Handelingen 9:23-25
In Appingedam was er een jongen die bekend stond als messentrekker en ook meerdere malen iemand had gestoken. Deze jongen was tijdens mijn jeugd onderdeel van mijn vriendengroep. Hij had een hekel aan één groep mensen in het bijzonder: ‘Koksianen.’ Een Koksiaan was de titel van volgelingen van ds. De Cock die in Ulrum een kerkelijke scheuring veroorzaakte, maar het is uiteindelijk een Gronings scheldwoord geworden voor ‘vromen’ of radicale christenen.
Je kunt je de reactie van hem wel een beetje voorstellen, toen hij hoorde dat één van zijn betere vrienden vroom was geworden. Ik kan me nog herinneren dat hij op me afkwam en aan me vroeg of ik christen was geworden. Toen ik bevestigend antwoordde, trok hij zijn mes uit zijn broekzak en zette hem tegen mijn buik. Hij vroeg me of ik wilde herhalen dat ik christen was geworden en ik zag mijn leven aan me voorbijflitsen. Op dat moment voelde ik me echt niet heldhaftig hoor, maar ik zei bibberend de volgende woorden: ‘Het klopt dat ik christen ben. Ik houd van Jezus en Hij houdt ook van jou.’ Hij keek me intens aan, drukte een beetje door met zijn mes, trok hem toen terug en zei: ‘okay!’
Dit is (tot nog toe) ongeveer wel het meest heldhaftige verhaal dat ik te vertellen heb op het gebied van persoonlijke dreiging. Ik weet echter nog dat ik angstig was, maar bereid was om mijn leven te geven. God vond het gelukkig nog niet mijn tijd. I was saved by the bell.
Het was ook nog niet de tijd voor Saulus om te gaan, maar de dreiging werd heel erg groot in de omgeving van Damascus. Wanneer we de tekst goed bestuderen dan zien we dat hij hooguit een week of twee ter plaatse gebleven is, maar in die dagen zien we dat er veel gebeurd is. Hij heeft vijanden gemaakt die hem wilden vermoorden, maar let op: hij heeft in die paar dagen ook al discipelen gemaakt die hun leven riskeerden om hem uit de stad te krijgen!!!
Wanneer Jezus de grote opdracht aan Zijn discipelen mee geeft, zegt Hij niet: ‘Ga dan uit en maak alle volken tot mijn kerkgangers…’
Als mensen aan mij vragen of ik iemand een goede volgeling van Jezus vinden, dan zeg ik altijd: ‘wanneer je wilt weten of iemand een goede discipel is, vraag het aan zijn of haar discipelen…’
Jezus vraagt initieel niet van je om een groot gebouw te kopen en te vullen met mensen, maar hij vraagt van je om jezelf te geven aan anderen zodat zij, doordat ze met jou oplopen, meer en meer op Jezus gaan lijken. C.S. Lewis zegt: ‘Wanneer we willen investeren in de levens van een paar mensen per keer, met de intentie om te reproduceren en vermenigvuldigen, zullen we golven creëren die verder gaan dan ons zicht kan zien.’
De mensen van de stad wilden Saulus vermoorden en bewaakten elke uitgang van de stad, maar hij werd in een mand naar buiten getakeld. Saved by the bell!
De boodschapper had de stad verlaten, maar het was ze niet gelukt om de boodschap te verdrijven. Die had Saulus namelijk achtergelaten in de harten van zijn discipelen. Hierdoor werd Damascus één van de vonken die het Romeinse rijk in vuur en vlam zou gaan zetten.
Als je een leider in het Koninkrijk bent wil ik je vragen of je (jonge) mensen hebt waar jij op een gerichte manier je leven mee deelt, zodat ze krachtig mogen groeien in de taak die God voor ze heeft. Denk hierbij niet te veel aan leeftijd en positie, onze jonge kanjers van Rotsvast hebben vaak al mensen die ze kunnen discipelen! Zo niet, bid ervoor. Discipelschap is (samen met gebed) belangrijker dan welke taak in de gemeente ook!
Als je (nog) geen leider bent, wil ik je vragen of er mensen in jouw buurt zijn waar jij mee op wil gaan lopen zodat je leert om een betere discipel van Jezus te zijn.
Wanneer je Engels goed genoeg is wil ik je uitdagen om deze beide filmpjes te kijken ter extra inspiratie.