Handelingen 2:1-11
‘Des te minder Heilige Geest we hebben, des temeer koffie en gebak we nodig hebben om de kerk gaande te houden.’ Reinhard Bonnke.
Soms zeggen mensen wel eens tegen me dat we meer moeten doen met de Joodse wortels van ons geloof.
Meestal reageer ik dan, dat dit een terrein is waar anderen meer specialisme in hebben dan ik. De natuurlijke focus in mijn theologie minder uitgaat naar het volk van Jezus en meer naar de doelgroep van Jezus; de verlorene, de zieke, de (kans)arme, de gevangene en de wees.
Het is aan de andere kant wel heel goed om te weten waar bepaalde belangrijke momenten in Gods geschiedenis met mensen begonnen zijn.
Heel veel van ons denken dat Pinksteren begonnen is met de uitstorting van de Heilige Geest, maar het is waardevol voor jouw denken om te weten dat dit niet zo is.
De eerste keer dat Pinksteren gevierd werd was namelijk niet vlak nadat Jezus naar de hemel gegaan is, maar het werd ingesteld 50 dagen nadat het volk Israël uit Egypte vertrokken was.
Het wordt het feest van de eerstelingen van de oogst genoemd en dat is een hele toffe link, want de meesten van ons weten wel dat Jezus de mensen vergelijkt met graan en de bekering van mensen met de oogst.
Zonder de kracht van de Heilige Geest is er geen bekering, maar met de Heilige Geest zien we dat de oogst heel groot is. Wanneer er een outbreak van de Heilige Geest is, dan zien we namelijk dat heel veel mensen toegevoegd worden aan het volk van God.
Het feest van de eerstelingen is echter niet de enige associatie die Israël heeft met Pinksteren.
Ook het moment dat God het verbond sloot met Zijn volk, Mozes de wetten gaf en dat Zijn glorie zichtbaar en hoorbaar werd voor het volk door donder, bliksem en vuur.
Zoals iedereen door een brand aangetrokken raakt, raakte het volk aangetrokken door God op de berg en tijdens het verhaal van Pinksteren zien we dat de menigte samenkwam en onder de indruk raakten van dat wat er gebeurde.
Opnieuw waren de stammen verzameld rondom een levende God en kregen ze in hun eigen taal te horen over de grote werken van God.
Dit keer was het alleen geen concentratie van het vuur, het vuur werd opgesplitst en verdeeld over iedereen. Als teken van het feit dat we allemaal een deel van Gods glorie mogen dragen.
Luister naar het volgende lied. Reflecteer op je eigen geestelijke temperatuur en vraag aan de Geest om je naar het kookpunt te brengen.
Reflecteer daarna op de vraag of de gemeente waar je samenkomt het moet hebben van de koffie en de cake of dat ze een magneet is voor mensen vanwege het feit dat de glorie van God zichtbaar en tastbaar aanwezig is.
Bid voor je gemeente, voor je predikant en leiders van je gemeente dat ze vurig mogen worden, of dat ze het vuur vast mogen houden.
Bemoedig je predikant en/of leiders door ze te laten weten dat je voor ze bidt en vraag of ze specifieke gebedspunten hebben.